Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Zij nu gaven het in de hand [30]der verzorgers van het werk, die besteld waren over het huis des HEEREN, en [deze] gaven dat dengenen, die het werk deden, die arbeidden aan het huis des HEEREN, om het huis te [31]vermaken en te verbeteren. 29. Namelijk, Hilkia en zijn medehelpers, gelijk in de aantekening van het begin van vs.9. Vergelijk ook het einde van vs.16,17. 30. Versta, schaffers, voogden, voortdrijvers, die zorg droegen dat het werk wel gedaan werd, onderscheiden van degenen, die met hun hand het werk zelf deden. Zie 2 Kon.22:5. 31. Anders, te onderzoeken, of te bezichtigen; te weten, om te vernemen waar het enige betering of vermaking van doen had.